Het fietstoerisme in de Bourgogne groeit. Dat is niet zo gek, de afgelopen 15 jaar is fors geïnvesteerd in het aanleggen van allerlei fietspaden en fietsvoorzieningen. De Tour de Bourgogne is inmiddels bijna af. Deze rondrit voert je door de hele Bourgogne: door de Chablis en langs Renaissancekastelen in de Yonne, door de rijke wijnstreek en het hertogelijke Dijon in de Côte d’Or, aangekeken door de Charolaisrunderen en langs de kanalen in de Saône-et-Loire en begeleid door de Loire in de schaduw van het Morvan massief in de Nièvre.
Tijdens de Tour de Bourgogne fiets je afwisselend over voormalig treinspoor, over jaagpaden langs de verschillende kanalen en over rustige wegen. De route kun je met een hybride (elektrische) fiets goed afleggen, de fietspaden zijn overal verhard. De stukken langs de kanalen zijn vlak maar door de wijngaarden en het glooiende coulisselandschap heb je wel een flink aantal versnellingen nodig. Onderweg ontmoet je fietsers van diverse nationaliteiten. Vooral Fransen, Zwitsers, Belgen en Nederlanders weten de Tour de Bourgogne te waarderen. Aan de stickers ‘Accueil Vélo’ herken je fietsvriendelijke accommodaties en restaurants. Zij beschikken over een fietsenstalling, reparatiesetje en kunnen je tips geven voor een uitstapje op de fiets.
En er is genoeg te zien om pauzes in te lassen of een kleine omweg te maken. De Tour, mocht je hem helemaal fietsen, doet in ieder geval Dijon, Beaune en Auxerre aan. In deze steden is de rijkdom van het voormalige Bourgondische hertogdom goed zichtbaar. De binnenstad van Dijon is grotendeels autovrij maar fietsers zijn zeer welkom. Je kunt een rondje maken langs het Paleis van de Hertogen met het museum van de schone kunsten, de kathedraal, herenhuizen in de rue de Forges of de markthallen gebouwd door Eiffel. Sla in de markthallen een paar lekkere kaasjes, worst en fruit in en fiets daarna naar de botanische tuin van Arquebuse. Dit grote park met arboretum, planetarium en natuurhistorisch museum is een geschikte plek voor een picknick. Het ligt vlakbij het winkelcentrum, net aan de andere kant van het spoor.
In Beaune kun je het beeldbepalende Hôtel Dieu bezoeken. Het Hôtel Dieu verbergt zijn bekende geglazuurde dakpannen aan de binnenzijde. Het is de moeite waard om je fiets hier te parkeren en het museum te bezoeken. Je vindt er onder meer de ingerichte armenzaal, een polyptiek van de Vlaamse meester Rogier van der Weyden en tapijten die zich laten lezen als een christelijk stripboek. Vanuit Beaune vertrek je richting Pommard en volg je de Voie verte door de wijngaarden. Hier zie je bekende crus aan je voorbij trekken: Chassagne Montrachet, Puligny, Meursault, Auxey-Duresses. Het is soms best pittig fietsen en de zon kan behoorlijk branden tussen de wijnranken. Daarna kom je op een makkelijker stuk want de volgende etappe loopt langs het canal du centre. Over een mooi vlak parcours wordt toch een flink hoogteverschil overbrugd. Dit kun je zien aan de vele sluizen. In de zomer is het een drukte in het kanaal met allerlei boottoeristen. Vind je het te saai om langs het kanaal te fietsen? Een optie is om een stuk van de rondrit per boot af te leggen. Huur een bootje voor enkele dagen en neem de fietsen gewoon mee. Vanuit de verschillende halteplaatsen kun je dan een rondrit maken, een soort fietstochten à la carte om de Bourgogne nog meer te beleven. In Digoin kruist het kanaal de Loire, het aquaduct is een ingenieus kunststukje.
Na Digoin voert de Tour weer noordwaarts, veronderstellende dat je ‘met de klok’ meefietst. In Decize sta je voor de keuze om met de Loire naar het westen af te buigen naar Nevers of het Nièvre kanaal te volgen naar Clamecy. Nevers is net als Dijon een stad met een rijk verleden en daarom voorzien van een hertogelijk paleis, kathedraal en mooie, rijk gedecoreerde herenhuizen. In Nevers kun je ook de schrijn van Bernadette bezoeken in het oude Sint-Gildardklooster. Toen Bernadette nog een jong meisje was in Lourdes, verscheen Maria 18 keer aan haar en wees haar op de grot en de geneeskrachtige bron. Na deze verschijningen besloot Bernadette in te treden bij de kloosterorde in Nevers. Na haar dood werd Bernadette zalig verklaard.
Clamecy is een slaperig provincieplaatsje. In het verleden werden boomstammen uit de Morvan gewoon in de rivier gegooid waarna ze met de stroom mee naar Clamecy dreven. Daar werden de boomstammen eruit gevist en door ‘flotteurs’ samengebonden tot vlotten. Zo vervolgden deze houtpakketten hun weg naar Parijs waar ze als brandstof werden gebruikt. De komst van de trein was de nekslag voor de ‘flotteurs’. In 2015 is als historisch experiment weer eens een dergelijk vlot naar Parijs gestuurd.
Daarna is het nog een dag fietsen (ongeveer 65 km) naar Auxerre, mooi gelegen aan de Yonne. Auxerre is met het zeshoekig centrum, de klokkentoren en de middeleeuwse stadswallen een toeristische trekpleister. Vanaf de andere kant van de rivier heb je een mooi zicht op de skyline met de Sint Etienne kathedraal en de Sint Pieterkerk. Langs de kade zijn in 2014 moderne fonteinen aangelegd: trek schoenen en sokken uit en vind de ultieme verkoeling op een warme dag. Tussen Auxerre en Parijs is ook een directe treinverbinding waarbij je een fiets kunt meenemen. Daarmee is het een mooi begin- of eindpunt als je met het openbaar vervoer reist.